De kosten van levensonderhoud in België worden als relatief hoog beschouwd, vooral in vergelijking met sommige andere Europese landen. Tegelijkertijd zijn prijzen meestal stabiel en voorspelbaar, wat voor veel inwoners belangrijker is dan lage kosten. De uitgavenstructuur verschilt per regio, levensstijl en type huishouden, maar er bestaan duidelijke algemene tendensen.
Reclame
Huisvesting vormt voor de meeste mensen de grootste maandelijkse uitgave. De huurprijzen variëren sterk afhankelijk van de locatie. In grote steden en economisch actieve regio’s liggen de kosten merkbaar hoger dan in kleinere gemeenten. Naast huur of hypotheek moeten bewoners rekening houden met vaste lasten zoals elektriciteit, gas, water en afvalverwerking. Deze kosten worden meestal apart afgerekend en vormen een aanzienlijk deel van het maandbudget.
Dagelijkse boodschappen nemen een belangrijk deel van de uitgaven in beslag. Supermarkten hanteren vergelijkbare prijsniveaus, met kleine verschillen afhankelijk van het assortiment en de locatie. Lokale producten zijn goed beschikbaar en worden vaak als kwalitatief betrouwbaar gezien. Wie regelmatig kookt en zijn aankopen plant, kan de uitgaven redelijk onder controle houden. Eten buitenshuis is daarentegen relatief duur en wordt vaak als een geplande activiteit gezien, niet als dagelijkse gewoonte.
Vervoer is een andere vaste kostenpost. Veel huishoudens beschikken over een auto, wat gepaard gaat met uitgaven voor brandstof, verzekering, onderhoud en belastingen. Het openbaar vervoer wordt breed gebruikt en biedt abonnementen die vooral voor dagelijkse verplaatsingen voordelig zijn. In stedelijke gebieden kunnen deze abonnementen een kostenefficiënt alternatief vormen voor het gebruik van een eigen voertuig.