Financiële geheimen voor budgettering

door Lucas De Wille

Reclame

Budgetteren is zorgen dat je niet meer geld uitgeeft dan je binnenkrijgt. Budgettering geeft je inzicht in je financiële situatie. Je weet hoeveel geld je in een maand kunt uitgeven. En je krijgt overzicht waaraan je je geld uitgeeft. Het idee is dat je zo aan het eind van de maand geld overhoudt om te sparen. Lees over budgetteren in 5 stappen.

Met budgetteren krijg je grip op geld

Hoge vaste lasten en de stijgende prijzen maken het leven duur. Dat zorgt in een groeiend aantal huishoudens voor financiële stress.

De voordelen van een budget maken

Zeker nu de uitgaven stijgen, is het verstandig om overzicht te houden over je inkomsten en uitgaven. Budgettering is de oplossing. Wat is budgetteren? Het is het afstemmen van je uitgaven op je inkomsten. En dat heeft een aantal voordelen:

  • Je geeft minder snel geld uit dat je eigenlijk niet hebt.
  • Door te budgetteren houd je rekening met uitgaven door het hele jaar heen. Denk aan jaarabonnementen, de contributie van de sportclub of de APK en het groot onderhoud aan je auto.
  • Door te budgetteren houd je rekening met uitgaven door het hele jaar heen. Denk aan jaarabonnementen, de contributie van de sportclub of de APK en het groot onderhoud aan je auto.
  • Een budget maken helpt je vooruitdenken, waardoor je meer grip krijgt op je geldzaken.

Budgetteren zorgt voor overzicht

Budgetteren zorgt voor overzicht, inzicht en rust:

  1. Overzicht: je ziet hoeveel je kunt besteden en waar je je geld aan uitgeeft.
  2. Inzicht: het helpt je keuzes te maken. En je denkt na over je geld op de langere termijn.
  3. Keuzes: inzicht + overzicht = in actie komen. Je ziet beter waarop je geld kunt besparen. En hoe je zorgt dat er geld overblijft om te sparen.
  4. Buffer: budgetteren maakt het makkelijker om geld opzij te zetten. Met de bufferberekenaar zie je hoeveel geld in jouw situatie verstandig is als buffer.
  5. Rust: door te budgetteren heb je een beter beeld van de uitgaven. Je voorkomt verrassingen. Dat scheelt stress.

In vijf stappen grip op je inkomsten en uitgaven

Stap 1: bepaal je inkomen

Je kunt pas bepalen hoeveel je kunt uitgeven als je weet hoeveel geld er binnenkomt. Bepaal dus eerst je inkomen. Dat is niet alleen je nettoloon, maar ook mogelijke toeslagen. Je telt voor je jaarbegroting ook het vakantiegeld en een eventuele dertiende maand of belastingteruggave mee.

Stap 2: welke vaste lasten heb je?

Zet al je vaste lasten op een rij. Denk aan huur of hypotheek, energie, zorgverzekering, internet, gemeentebelasting, abonnementen en bijvoorbeeld je autokosten of de maandelijkse aflossing van je studieschuld. Als je het overzicht hebt, kun je:

  • Uitrekenen hoeveel geld je elke maand overhoudt om vrij uit te geven en opzij te zetten.
  • Nakijken op welke vaste uitgaven je kunt besparen.
  • In je agenda zetten wanneer abonnementsperiodes aflopen voor een mogelijke overstap.

Stap 3: houd een administratie/huishoudboekje makkelijk bij

  • Je houdt je uitgaven per week bij. Zo zie je al gauw waar je geld naartoe gaat.
  • Als je weet hoeveel je gemiddeld uitgeeft, dan kun je een (maand)budget instellen. Maak een categorie voor boodschappen, kleren, sporten en bijvoorbeeld uitgaan. Zo zie je in een oogopslag of je binnen een ‘categorie’ boven je bestedingslimiet zit. Je merkt snel dat je steeds makkelijker binnen je (deel)budget blijft. Besparen op je uitgaven is een manier om meer geld over te houden voor je financiële doelen.
  • Geld besparen is een manier om meer geld over te houden voor je financiële doelen.
  • Je kunt een maandbegroting maken, maar ook per jaar budgetteren. In een jaarbegroting houd je dan bijvoorbeeld rekening met de dure maand december, de jaarlijkse APK-beurt en de vakantieplannen.
  • Sparen voor een doel gaat makkelijker als je daar een budgetpost voor aanmaakt. Je went aan de ‘uitgave’ als je automatisch geld overmaakt naar je spaarrekening.

Stap 4: gebruik de 20% van de 50/30/20-budgetregel

De 50/30/20-budgetregel is een makkelijke vorm van budgetteren. Het komt erop neer dat je je netto-inkomen verdeelt in drie taartpunten:

  • 50% zet je opzij voor je vaste lasten.
  • 30% reserveer je voor boodschappen en leuke dingen.
  • 20% zet je opzij als financiële buffer, om te sparen of beleggen. Dit gebruik je voor de aflossing van schulden, zoals je studieschuld.

De 50/30/20-regel is een grove standaardverdeling. Door de stijgende woonlasten en energieprijzen ben je steeds meer kwijt aan vaste lasten. Tot wel 70% van je inkomen. Hierdoor blijft er helaas minder geld over om te sparen.

Stap 5: vooruitkijken en sparen voor een doel

Als je financieel inzicht hebt, is het makkelijker om geld over te houden. Wat je daarbij helpt zijn financiële doelen. Zoals een lange reis maken, je huis verduurzamen of sparen voor je (vroeg)pensioen.

Zo maak je budgetteren leuk

Veel mensen krijgen stress van rekeningen en geldzaken. Dat is logisch als je moeite hebt met geldzaken. Een slimme manier om plezier te krijgen in budgetteren bestaat uit 2 woorden. ‘Belonen’ en ‘gemak’.

  1. Gemak: gelukkig zijn er steeds meer tools die je helpen. Zo maak je bij bijna alle banken virtuele spaarpotjes. Daar omschrijf je zelf je spaardoel bij. Voor maandelijkse uitgaven geldt hetzelfde. In je bankapp maak je per categorie een budget aan. Je krijgt dan een waarschuwing als je over het budget gaat.
  2. Belonen:
    • De spaardoelen die je maakt, hoeven niet allemaal ver weg te liggen. Spaar vooral ook voor een ‘beloning’ voor jezelf. Dat kan ook met een klein bedrag per maand. Het helpt ook als je een gezamenlijk spaardoel hebt. Bijvoorbeeld om over een half jaar samen uit eten te gaan.
    • Bepaal je maandbudget aan de hand van je ‘normale’ inkomen. De extraatjes en meevallers gaan direct richting je spaarrekening. Met het geld van een belastingteruggave en het vakantiegeld ga je zo langzaam richting financiële vrijheid.

Zo maak je je financiële doel haalbaar

Als je de routine van budgetteren onder de knie hebt, werk dan aan lange termijn doelen. Dat gaat het makkelijkst met spaardoelen. Bijvoorbeeld voor de studie van je kind of een huis kopen. Als je zzp’er of zelfstandige bent, moet je natuurlijk zelf sparen voor je pensioen.

Maak een plan om je doel te halen

Om je doel te halen, heb je een streefbedrag nodig. En een plan hoe je daar komt. Wil je bijvoorbeeld eerder stoppen met werken? Dan is het bedrag dat je iedere maand opzij moet zetten onder meer afhankelijk van je leeftijd en je uitgaven voor levensonderhoud.

 

You may also like